Skip to main content

Aanvraag energielabel kantoor

Energielabel kantoor Label C

Per 1 januari 2023, moeten kantoren minimaal energielabel C hebben. Meer dan de helft van de kantoren voldoet echter nog niet aan deze verplichting.

Heeft u interesse om een maatwerkadvies door WoningLAB op te laten stellen, om een kantoorgebouw naar label C te krijgen? Neem dan contact met ons op!

Overige utiliteitsgebouwen

Ook het opstellen van overige utiliteitsgebouwen behoort tot onze dienstverlening, vul hiervoor het contactformulier in voor verdere informatie.

Overige utiliteitsgebouwen zijn gebouwen waar de volgende gebruiksfuncties in zitten waarvoor een eis geldt voor de energieprestatie:  bijeenkomstfuncties, celfuncties, gezondheidszorgfuncties (met en zonder bed), kantoorfuncties, logiesfuncties zijnde een logiesgebouw, onderwijsfuncties, sportfuncties en winkelfuncties.

Verplicht Label C

Energielabel kantoor verplicht minimaal Label C

In Nederland zijn er naar onze schatting ongeveer 65.000 kantoren die moeten voldoen aan de label-C-verplichting. Dit betreft niet de gehele kantorenvoorraad, omdat kleine kantoren en monumenten uitgesloten zijn van de verplichting.

Van deze kantoren heeft volgens de labelregistratie nu 40% energielabel C of beter. Daarnaast heeft 12% energielabel D of slechter. Voor de overige 48% van de kantoren is nog geen label geregistreerd. Daarmee voldoet naar schatting 60% nog niet aan de label-C-verplichting. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ondernam daarom actie en schreef de betreffende gebouweigenaren aan om ze op de plicht te wijzen.

Vooral de relatief kleinere kantoren hebben nog geen groen label en voldoen daarmee nog niet aan de label-C-verplichting. Hier is dus nog de meeste winst te behalen.

Geen groene labels

Stijging aantal groene labels onvoldoende

Als voor kantoren een energielabel wordt geregistreerd, is dat vaak een groen label (label A-C). Nieuwe rode labels (label D-G) komen er maar zelden bij. Het percentage kantoren met een groen label toonde de afgelopen jaren een constant stijgende lijn, maar dit percentage neemt nu minder snel toe. Van de kantoren zonder label voldoet volgens een inschatting van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) ongeveer 30% aan de labelplicht als zij een geldig energielabel aanvragen. Deze inschatting dateert van april 2021.

Naast bovengenoemde 65.000 kantoren is er nog een groep, waarvan op basis van de bij ons beschikbare gegevens niet precies te bepalen is of ze wel of niet aan de label-C-verplichting moeten voldoen. Hierbij gaat het vooral om combi-kantoren. Dit zijn kantoren die naast de kantoorfunctie nog andere gebruiksfuncties hebben. Dit betreft relatief grote gebouwen. Tellen we deze groep (zo’n 18.000 objecten) ook mee, dan komt het aandeel groene labels uit op 46%.

Energielabel kantoor aanvragen

Veelgestelde vragen

Wat houdt de verplichting in?

Een kantoorgebouw waarbij de gebruiksoppervlakte aan kantoorfuncties 50% of meer beslaat van de totale oppervlakte én de oppervlakte aan kantoorfuncties (en nevenfuncties) groter is dan 100m2 moet in 2023 minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een primair fossiel energieverbruik van 225 kWh per m2 per jaar of minder. De verplichting gaat in op 1 januari 2023. Dit betekent dat uiterlijk op die datum alle maatregelen die tot minimaal energielabel C leiden, getroffen moeten zijn en dat op basis daarvan een energielabel is geregistreerd. De verplichting is opgenomen in het Bouwbesluit (artikel 5.11).

Wat geldt als een kantoorgebouw?

Een kantoorgebouw is een gebouw, of een deel van een gebouw, met uitsluitend een of meer kantoorfuncties en nevenfuncties daarvan. De kantoorfunctie is de hoofdfunctie en geen nevenfunctie. Het kantoorgebouw kan een afzonderlijk gebouw zijn, maar ook een onderdeel van een groter (combinatie)gebouw.

Een gebouw is gedefinieerd als: een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt. De uitleg van ‘gebouw’ moet breed worden uitgelegd en een gebouw mag niet ‘opgeknipt’ worden om onder de labelplicht uit te komen. Bij de beoordeling geldt een aantal uitgangspunten. Ook wordt rekening gehouden met rechterlijke uitspraken (jurisprudentie).

Uitgangspunten kunnen bijvoorbeeld zijn: de bouwkundige en functionele verbondenheid als ook de toegankelijkheid. Als bouwwerken bouwkundig (in hoofdzaak) zelfstandig zijn en ook zelfstandig (kunnen) functioneren, kan beargumenteerd worden dat het 2 gebouwen zijn.

Er zijn ook specifieke gebouwen uitgezonderd van de energielabel-C-verplichting. Zie hiervoor de vraag: ‘Welke gebouwen zijn uitgezonderd van de verplichting?’

Is het aantal vierkante meters doorslaggevend om te bepalen of een gebouw(deel) een kantoorgebouw is?

Nee, van een kantoorgebouw is sprake als een gebouw of een gedeelte daarvan een kantoorfunctie heeft. Wanneer er naast de kantoorfunctie een andere (hoofd)functie is binnen het gebouw, wordt het gedeelte met kantoorfunctie aangemerkt als kantoorgebouw. Hoe groot dit gebouwgedeelte of het totale gebouw is, is voor het zijn van kantoorgebouw niet van belang. Vervolgens kunnen de ‘normale’ uitzonderingen van toepassing zijn, bijvoorbeeld

  1. de gebruiksoppervlakte van de kantoorfunctie (inclusief nevenfuncties) minder is dan 100 m2 of
  2. als de gebruiksoppervlakte aan kantoorfunctie(s) minder dan 50% is van het totale gebruiksoppervlakte van alle functies van het gebouw bij elkaar.
Wat geldt als kantoorfunctie?

De kantoorfunctie is gedefinieerd in het Bouwbesluit 2012 als ‘gebruiksfunctie voor administratie’.

Een gebruiksfunctie bestaat uit de gedeelten van een of meer bouwwerken die eenzelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen. In een gebruiksfunctie vinden de voor die gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaats. Elk bouwwerk heeft ten minste één gebruiksfunctie. Er zijn 12 (hoofd)gebruiksfuncties (artikel 1.1 lid 2 Bouwbesluit 2012).

In een bouwwerk kunnen zich verschillende gebruiksfuncties bevinden. Een kantoorfunctie is bijvoorbeeld een gebouw of een deel daarvan waar een adviesbureau, een administratie- of advocatenkantoor of een verzekeringsmaatschappij is gevestigd.

Wat geldt als een nevenfunctie?

Een nevenfunctie is een gebruiksfunctie ten gunste van een andere gebruiksfunctie. Bijvoorbeeld een fietsenstalling bij een kantoor, een bedrijfsrestaurant of vergaderzalen.

Een kantoorfunctie kan zelf ook een nevenfunctie zijn van een andere gebruiksfunctie, bijvoorbeeld kantoren in scholen, in ziekenhuizen, in winkels, in buurthuizen of in industriehallen. In die gevallen is wel sprake van een ‘kantoorfunctie’, maar niet van een ‘kantoorgebouw’ zoals bedoeld in de definitie van kantoorgebouw waarvoor de energielabel C- verplichting voor geldt. De kantoorfunctie moet namelijk de hoofdfunctie zijn (met eventueel andere functies als nevenfunctie). Wanneer sprake is van een nevenfunctie bij een kantoor (zoals een bedrijfsrestaurant), dan wordt de nevenfunctie ook aangemerkt als onderdeel van het kantoorgebouw.

Welke gebouwen zijn uitgezonderd van de verplichting?

Voor onderstaande gebouwen geldt een uitzondering.

  • kantoorgebouwen als onderdeel van een gebouw, waarbij de gebruiksoppervlakte aan kantoorfuncties van het kantoorgebouw minder dan 50% is dan die van het gebouw waarvan het kantoorgebouw een onderdeel is. Dit zijn de zogenaamde multifuntionele gebouwen. Bekijk voor voorbeelden de infographic Praktijksituaties Energielabel C kantoren.
  • kleine kantoorgebouwen, waarbij de totale gebruiksoppervlakte aan kantoor- én nevenfuncties in het kantoorgebouw, of in het gebouw waarvan de kantoorgebouw deel uitmaakt, minder is dan 100 m2. Is het kantoorgebouw onderdeel van een (groter) gebouw dan geldt deze grens van 100 m2 voor het gehele gebouw. Als er dus meerdere kantoorgebouwen in een (groter) gebouw zitten, moeten de gebruiksoppervlaktes hiervan (inclusief nevenfuncties) bij elkaar worden opgeteld. Bekijk voor voorbeelden de infographic Praktijkstuaties Energielabel C kantoren.
  • kantoorgebouwen waarvoor geen energie wordt gebruikt om het binnenklimaat te regelen
  • monumenten zoals bedoeld in de Erfgoedwet of de aangewezen monumenten volgens een provinciale of gemeentelijke verordening
  • kantoorgebouwen die niet langer dan 2 jaar worden gebruikt. Er moet worden aangetoond dat het gebruik slechts tijdelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij sloop en/of transformatie.
  • kantoorgebouwen die op grond van een overeenkomst zijn of worden onteigend of worden aangekocht in het kader van de Onteigeningswet
  • kantoorgebouwen waarop de hardheidsclausule van artikel 5.11 lid 5 Bouwbesluit 2012 van toepassing is. Deze hardheidsclausule houdt in dat er een uitzondering geldt op de energielabel C-verplichting wanneer:
     
    • er maatregelen moeten worden getroffen om energielabel C te halen en
    • deze maatregelen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar. 

      Er mag dan worden volstaan met maatregelen met een terugverdientijd korter dan 10 jaar en met een label met een hoger primair fossiel energieverbruik (energielabel D-G).
Mijn kantoor bestaat uit een monument met een aanbouw. Geldt de verplichting voor de aanbouw?

Nee, monumenten zijn uitgezonderd van de verplichting. Ook een aanbouw die constructief en functioneel geen zelfstandige eenheid is, wordt tot het monument gerekend. Het maakt niet uit of de aanbouw is aangebracht vóór of nadat het gebouw als monument is aangewezen. Als de aanbouw wel een zelfstandige onroerende zaak is, geldt de label C-verplichting wel voor de aanbouw.

Wat als mijn kantoorgebouw niet wordt gebruikt?

Artikel 5.11 Bouwbesluit 2012 verbiedt per 1 januari 2023 de in gebruikname of het gebruik van een kantoorgebouw als er geen energielabel C of beter is. Als een kantoorgebouw leeg staat en/of niet wordt gebruikt (eventueel nog gemeubileerd), dan geldt het gebruiksverbod van artikel 5.11 Bouwbesluit zolang er geen toereikend energielabel is. Het gebouw kan pas weer als kantoorgebouw worden gebruikt, als er alsnog een energielabel C of beter wordt afgegeven en geregistreerd. Maar ook wanneer er één van de uitzonderingsgronden zich voordoet.

Hoe verloopt de handhaving van de label C-verplichting?

Het bevoegd gezag voor het Bouwbesluit – meestal de gemeente waar het kantoorgebouw staat – is verantwoordelijk voor de handhaving van de energielabel C-verplichting.

Wanneer een kantoorgebouw op het moment van inwerkingtreding van de verplichting niet het juiste energielabel C of beter heeft, mag het kantoorgebouw op grond van die verplichting niet gebruikt worden. Het bevoegd gezag kan opleggen dat het kantoorgebouw niet als kantoorgebouw gebruikt mag worden, tot er alsnog een energielabel C of beter is afgegeven en geregistreerd.

Het bevoegd gezag kan verschillende maatregelen nemen: van het geven van een waarschuwing tot het opleggen van een last onder dwangsom, bestuursdwang of – bij herhaaldelijke overtreding – een bestuurlijke boete. Het bevoegd gezag zal per situatie afwegen welke handhavingsmaatregelen noodzakelijk en wenselijk zijn. Ook zal het bevoegd gezag de reguliere waarborgen in acht moeten nemen waaronder het proportionaliteitsbeginsel en de (overige) algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Heeft u nog steeds vragen?